Kunstenaars Flevoland

De dag van de ervaring

afbeelding van de verbeelding

De dag van de ervaring
Door Odette Breijinck

Het woord ervaring kent vele betekenissen. De bekendste is die als ‘het geleerde’: iets dat je zelf hebt gedaan, bijvoorbeeld 'werken uit ervaring'.
Ervaring kun je verbinden aan handelingen, maar ook aan gevoelens. Dan herken je emoties als verdriet, liefde en vriendschap omdat je die zelf hebt meegemaakt. Verbondenheid door herkenning. 
Ervaring staat symbool voor een vol en rijk leven: je hebt veel meegemaakt, in de schakeringen van praktisch tot emotioneel. Ervaring vormt je, maakt je rijper en rijker. 

De kerstdagen van 2014 hebben mij doen beseffen hoe rijk ik eigenlijk ben. Niet in materieel opzicht, maar emotioneel. Het was een dag van emoties, een dag van ervaringen. Laat me u vertellen hoe het me verging.
Onze jongste zoon kondigde aan dat hij bij ons wilde logeren met de kerst. Niks bijzonders zult u denken, maar deze wens te horen uit de mond van een 28-jarige vent met het Syndroom van Down is bijzonder. Hij zoekt gezelligheid in het samenzijn met zijn familie. Ik voel me vertederd en trots tegelijk. Hij zit zó goed in zijn vel, weet wat hij wil en geniet van het leven. Heb ik dit teweeg gebracht met mijn opvoeding en heeft hij mijn positieve uitstraling? 
Aan het kerstdiner is híj degene die spontaan zijn ‘aangetrouwde opa’ helpt om diens vlees te snijden. Opa heeft Parkinson en vecht met zijn mes en vork. Er gaat een siddering door me heen. Hoe ontroerend om te zien hoe alle aangeleerde tafelmanieren een ervaring zijn geworden die hij nu moeiteloos inzet om samen met opa het klusje te klaren. Ik geniet van hun samenwerking.
Dan worden er spontaan nog enkele cadeautjes uitgedeeld door mijn andere zoon en zijn vrouw. Ze zijn dit jaar getrouwd. Ze zijn elkaars grote liefde en de vonken spatten er nog steeds van af. Ze zijn zichzelf en elkaars zielsverwanten. Dé dag van hun leven wordt de dag van de verwondering, gebaseerd op onervarenheid. Prachtig. Soms is de eerste keer de mooiste en indrukwekkendste ervaring. Uit hun pakje komt een piepklein fotolijstje. Ze verwachten een baby! Hoe mooi. De tranen stromen over de wangen van mijn man, de aanstaande opa. Hij heeft nooit gedacht dat hij dit nog zou meemaken. Een nieuwe ervaring staat hem en mij te wachten.  

Tenslotte
Mijn zus logeerde ook bij ons deze kerst. Na de feestelijkheden gaat ze de volgende dag weer naar huis. We nemen afscheid bij de auto. Ze huilt. Ik vraag: “waarom huil je nou?”. Ze antwoordt: “ik ga weer naar de eenzaamheid". Ik slik. Met al mijn ervaring weet ik niets te zeggen. Ik herleef de ervaringen van de laatste uren en prijs mezelf gelukkig. Mijn levenslijn is als een cardiogram: met uitschieters naar beneden, maar nog veel meer uitschieters naar boven. Mijn ervaringslijn. Bij haar is alles veel vlakker. Deze mooie kerstdag, vol ervaringen staat in schril contrast met haar leven. Wat kan ik zeggen? Met al mijn ervaring kan ik niets voor haar doen. Ik voel me triest. Met deze ervaring weet ik me geen raad. 

WOORDEN OF BEELDEN   
Door Kees de Kloet                                                                     

‘In de loop van de jaren ben ik er steeds meer van overtuigd geraakt dat literatuur niet zozeer het vertellen van de wereld is, als wel ‘de wereld met woorden zien’. Zodra de schrijver de woorden gaat gebruiken als kleuren die samen een schilderij vormen, begint hij voor zichzelf te herontdekken wat voor verbazingwekkende en fantastische plek de wereld is, en omdat hij daarmee het versteende geraamte van de taal doorbreekt, krijgt hij zo tegelijkertijd een eigen stem. Wat daarvoor nodig is, is een vel papier, een pen en een zeker optimisme om naar de wereld te kijken, die te zien als een kind’.                                                                                                                                                          Orhan Pamuk

Pamuk wil aanvankelijk schilder worden, maar wordt een schrijver die met woorden schildert. Woord en beeld zijn voor hem niet elkaars concurrenten. Hij herontdekt, herinnert zich…als een kind.

Mark Rothko schreef in zijn jonge jaren diepgravende artikelen, hij had politieke standpunten ingenomen, en felle speeches gepubliceerd. Hij werd als briljant student toegelaten tot Yale, maar voelde zich als joods immigrant niet geaccepteerd. Hij besloot kunstenaar te worden. Hij schreef  een manuscript met de titel ‘The Artist’s Reality’,* maar gaf het nooit uit omdat hij zijn visie alleen via zijn schilderijen wilde tonen. Woord en beeld waren voor hem kennelijk wel elkaars concurrenten. 

“Kinderjaren met de geur van veen, pek, roestig ijzer, en de spiegeling van stilstaand water”.
Zo begint mijn cv. Wat wil ik met dat ongebruikelijke begin zeggen? Ik schreef die zin in 1993, toen ik me na dertig jaar als docent beeldend onderwijs, volledig op het werk in mijn atelier ging toeleggen. De docent geeft doelgericht onderwijs in zijn vak aan groepen studenten, inspireert, begeleidt, werkt samen met collega’s. De wereld van de kunstenaar daarentegen, speelt zich voornamelijk af in zijn persoonlijke existentie. Een student zei eens: ‘ik wil bij jou afstuderen, want je hebt veel gezien’. Ik had mij inderdaad breed georiënteerd: kunstgeschiedenis, muziek van middeleeuwen en Bach tot minimal, theater, modern ballet, architectuur, poëzie, filosofie, tot Zen en Kabbalah …. Die levendige wereld had ik niet willen missen. Maar wanneer je schept ben je alleen, zonder anderen besta je niet. De kunstenaar wordt op zichzelf teruggeworpen en moet op zoek naar zijn meest wezenlijke persoonlijke belangstelling, mogelijkheden en … beperkingen.

Anticiperend op de nieuwe situatie volgde ik dan ook een cursus voor de startende ondernemer en workshops kunstmanagement. Als rite de passage liep ik van Utrecht naar Santiago de Compostella om die dertig jaar onderwijs achter me te laten en inspiratie op te doen voor mijn beeldend werk. ‘Tussen vergeten en nog niet weten ligt een onbetreden pad’, schreef ik onderweg, en ‘Het midden, een beetje lopen, een beetje bidden, maar vooral veel lopen’… langs romaanse architectuur en beeldhouwkunst. In het romaans herken ik de sobere eenvoud, het stevig op de aarde staan, de paradox van zware materie en transcendente ruimte en licht. In de vakanties met ons gezin hadden we al veel gezien. Tijdens mijn voettocht was ik door een tragere beleving van tijd en ruimte nog meer in staat om me in te leven in de beelden en de architectuur. Mijn ervaringen tekende ik op in een verslag. Natuurlijk staat daar objectieve kunsthistorische kennis in. Belangrijker vond ik echter de persoonlijke beleving, een onbevangen manier van kijken. In de psychologie heet dit de ‘tweede naïviteit’, een positief begrip. Zien wat aan de woorden voorafgaat, waar nog geen woorden in de weg staan, ‘kijken als een kind’. Poëtische notities en haiku’s schreef ik gaandeweg met steeds meer plezier. Zo kon ik met weinig woorden een gedachte, beeld, of ervaring optekenen in een speciaal daarvoor meegenomen boekje. De ervaring van het ritme van meer dan honderd dagen te voet onderweg zijn, ’s morgens niet weten waar je ’s avonds zal zijn, de lijfelijke ervaring van een doorgaande kracht en beweging door ruimte en tijd, de eindeloze leegte van de Meseta en de altijd wijkende horizon, overal aardige mensen…. Maakt het dan nog wat uit waar je terug in Nederland gaat wonen… Friesland is maar drie dagen lopen van Amsterdam. We verhuizen naar een boerderij met ruimte voor ateliers en het stoken van een buitenoven, geen Meseta maar weidse akkers.    
Na 18 jaar gaan we terug naar ‘het westen’. Opnieuw aardige mensen om ons heen.                                                  

Voor het scheppen van beelden kunnen woorden in de weg staan. Net als Rothko wil ik eigenlijk de toeschouwer niet voor de voeten lopen met mijn betekenis. Soms komt er achteraf een titel in me op, die even later weer verandert of verdwijnt. Het zijn betekenissen die ik eerder haptisch, dus lijfelijk en gevoelsmatig ervaar en waarvoor aanvankelijk ook geen naam is. Het is mijn manier om de wereld te ervaren, ‘een eigen beeld te vormen’, of zoals Pamuk zegt; ‘een eigen stem te krijgen’.

Anderen weten mij soms te verrassen met een duiding waaraan ik niet gedacht had, maar die heel raak is. Zo stond ooit iemand (inmiddels een goede vriend) heel aangedaan te kijken naar een keramische poort. Een kier van licht tussen twee uiteen gescheurde en in vuur geblakerde blokken klei, bij elkaar gehouden door een harde staalplaat met een donkere metaalglans. Mijn vrouw zag hem zo staan en vroeg hem: ‘wat raakt je zo’? Hij had als kind in een Jappenkamp gezeten en alsmaar gedacht, die poort, die poort, hoe kom ik hier uit? Het beeld kreeg een plek in zijn huis.

Het omgekeerde kan ook gebeuren. Ooit maakte ik een serie staties, bestaande uit banieren in voor elkaar hangende lagen, met vlakken die kantelen en wegschieten, alsof de wereld onder je wordt weggetrokken. Toen de onderdelen formeel gezien in de goede volgorde lagen, de serie af was, dacht ik even: zijn dit wel staties, want op het eind lijkt het of er niets meer valt, in tegendeel.
Op de tv zag ik choreograaf Piet Rogie uitleggen wat er zo bijzonder is aan zijn balletten. Niet altijd de verticale lichaams-as, zoals in het klassieke ballet. Nee, hij liet zien wat er gebeurt als je meegaat in de beweging van het vallen… en kijk dan kom je vanzelf weer overeind. Aha dacht ik, dat is het!        Als het lijfelijk zo is, dan moet het ook geestelijk zo zijn. “In de beweging van het vallen is reeds de energie aanwezig om op te staan” heb ik als motto aan mijn staties meegegeven. Alleen via het maken van beelden kom ik tot zo’n ervaring. En ja hoor… theologen plakten er meteen hùn etiket op ‘het eindigt met DE opstanding’, kennelijk niet meer in staat om onbevangen te zien en te ervaren.
Uiteindelijk hangen de staties, hier uitgevoerd in staal en teer, in de Emmaüs Priorij in Maarssen. De zusters, die overigens net als ik niets met ‘kruiswegstaties’ hebben, zijn er blij mee.

Je hoeft geen kind te zijn om onbevangen te kijken, de wereld te zien met een beginners mind. Natuurlijk hebben we als volwassen mensen een eigen bagage aan kennis en ervaring, die we meenemen in onze beleving van de werkelijkheid, maar dat hoeft een open mind niet uit te sluiten. Zoals bij Proust de in bloesemthee gedoopte madeleine Marcel deed herinneren aan zijn jeugd, zo ontdekte ik in mijn atelier dat mijn voorkeuren voor bepaalde geuren en materialen, licht, ruimte en stille mijmering, zijn terug te voeren tot mijn vroege kinderjaren.                                                                  
De geur van roestig ijzer brengt mij terug bij het spelen op de scheepswerf aan de Hollandse IJssel, waar tijdens de oorlog alles stil lag.
De geur van veen die mijn vader baggerde en tussen vier planken liet drogen om turf van te steken.
De geur van teer en pek van de asfaltfabriek in de uiterwaard. Pek… daar kon je knikkers van rollen.
Drie jaar geleden stond ik voor het eerst op ons steigerterras in Almere en zag de schrijvertjes over het stille water bewegen. Bijna 70 jaar niet meer gezien en ook niet gemist. Meteen was ik terug in mijn kinderjaren. Dromerig stond ik daar weer aan de rand van de wetering achter ons huis, alleen maar kijkend. Ik voel me weer thuis en ben me bewust dat ik nu anders kijk. Nu weet ik wel hoe het mogelijk is dat die beestjes over het water gaan… Ik probeer een patroon in hun bewegingen te ontdekken en voel de schokkerig vlugge bewegingen in mijn schouders en gewrichten. Kijkkijk kijk!

*Mark Rothko: The Artist’s Reality Philosophies of Art  edited and with an introduction by Christopher Rothko  Yale University Press 2004

 

Reacties

afbeelding van Rob van den Broek

Beste Odette, dat ervaar ik ook steeds vaker, dat je ondanks je ervaring op steeds meer momenten niet meer weet wat je moet zeggen of vinden. Of is dat dankzij je ervaring. Gelukkig kan ik ook net als jij ontzettend genieten van de schoonheid en intensiteit van het moment. De balans vinden is de kunst. Ik mis nog veel ervaring denk ik.

afbeelding van monica maat

Ironische ervaring

Ik weet niet wat het is. Nou dat begint al goed. Zo onervaren ben ik toch niet?
Ik bedoel: ervaring is een boeiend begrip en een mooi woord.
De ervaring van het woord kan echter ook weerstand bij mij oproepen.
Ik weet niet wat het is.... geen ervaring dus, maar neem nou het woord ’ervaringsdeskundige’.
Help....onze ervaring teruggebracht tot deskundigheid.
In deze tijd van ”workshops”, iedereen moet ergens de kost mee verdienen, had ik er ook één bedacht nl. een ’ervaringscursus’. ”U wordt begeleid in uw persoonlijke ontwikkeling en kwaliteiten, en ook bij uw talenten en dromen. Krachtgericht werken staat centraal, net als zelfregie en medezeggenschap.
Ik breng u weer op het spoor van uw eigen kracht en talenten. En ik laat u het geloof in uzelf terugvinden”.
Zo, dat staat!

En wat zegt mijn ervaring nu? Alsof ervaring een stem in het kapittel heeft.
Ervaring zegt mij dat uitgesproken meningen niet geapprecieerd worden en niet als positief worden ervaren. Want uitgesproken meningen worden ’beleefd’ als bevooroordeling en gebrek aan open mind.
En het gaat er in de huidige tijd nogal om wat en hoe iemand iets ’beleeft’.
”In mijn beleving....” God, na zo’n zin voel ik me doodgeslagen.
Voor de ongerusten onder u. De ervaring heeft mij geleerd… ha, daar voel ik wel een verwantschap, de ervaring heeft geleerd....da’s mooi, de ervaring heeft mij geleerd, die hou ik er in, de ervaring heeft mij geleerd dat de meeste mensen uiteindelijk taai genoeg zijn om weer op te staan! Gelukkig! Toch iets positiefs! Zeg nou zelf, daarvoor heeft u mijn ’ervaringscursus’ toch niet nodig?
Nee, geef mij maar de gevoelige ervaring van Odette Breijinck en de jeugdherinnering en geur van teer en pek aan de rand van de wetering van Kees de Kloet. En voor die constatering heb ik nota bene niet eens een cursus ’open mind’ gevolgd!

Reactie toevoegen

Powered by Access2.IT